Belangrijkste risico’s in de GWW
Er zijn in Nederland ruim 11.000 bedrijven werkzaam in de grond-, weg- en waterbouw (GWW). In totaal werken daar zo’n 75.000 mensen. De helft van deze werknemers werkt aan aanleg en onderhoud van wegen. Anderen werken aan de spoorwegen en waterwerken of doen werk in de grond, zoals grondverzet, het leggen van kabels en leidingen, damwanden en funderingen. Er is in deze sector dus sprake van een grote verscheidenheid aan werkzaamheden.
Top 3 risico’s
De grote verscheidenheid aan werkzaamheden brengt ook diverse gevaren en risico’s met zich mee. Het kenmerkende voor de GWW is dat de werkplaats tijdelijk is en steeds opnieuw wordt ingericht. Ook wordt bij elk project weer met andere partijen samengewerkt. Veilig en gezond werken moet dus altijd op de agenda staan. Het werk in de GWW is afwisselend, maar ook zwaar en nogal eens onveilig. De drie belangrijkste arbeidsrisico’s zijn:
- Fysieke belasting, zoals tillen, duwen, trekken en dragen
- Inrichting van de arbeidsplaats, in het bijzonder aanrijdgevaar
- Blootstelling aan verontreinigde grond (en water)
Wat te doen?
Fysieke belasting
Fysieke belasting kan het beste beperkt worden door de inzet van hulpmiddelen, zoals minigravers, shovels, hijs- en hefmiddelen en machines t.b.v. machinaal straten (roadprinters). Hierdoor wordt de fysieke belasting voor medewerkers minder, waardoor er minder kans is op lichaamsklachten en daardoor ziekte en verzuim. Naast de inzet van hulpmiddelen dienen medewerkers hun werkzaamheden voldoende te kunnen afwisselen (denk hierbij ook aan taakroulatie) en hebben zij recht op voldoende pauze- en rustmomenten. Geef periodiek duidelijke voorlichting en instructie als het gaat om fysieke belasting en neem het onderwerp ook mee in het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) of het Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO). Voorkomen is beter dan genezen!
Inrichting van de arbeidsplaats
Zorg ervoor dat uw medewerkers de regels m.b.t. afzettingen goed kennen. Maak voorafgaand aan de werkzaamheden een verkeersmaatregelenplan; betrek hierbij één of meerdere deskundige medewerkers. Controleer op het werk of de afzetting conform de eisen is neergezet. Tip: bekijk de afzetting ook eens vanuit het oogpunt van bijvoorbeeld een automobilist, fietser of voetganger. Hou het zo overzichtelijk mogelijk en zorg voor voldoende vrije bewegings- en werkruimte. Zorg er ook voor dat uw medewerkers duidelijk zichtbare (reflecterende) kleding dragen en zie toe op het gebruik hiervan.
Blootstelling aan verontreinigde grond (en water)
De wet- en regelgeving omtrent het werken in verontreinige grond is streng. Allereerst moet bekend zijn of er sprake is van verontreinige grond; hier dient onderzoek naar gedaan te worden indien dit niet bekend is. Dit gebeurt middels een bodemonderzoek. Aan de hand van een bodemonderzoek en analyse van genomen monsters, kan de veiligheidsklasse van de grond worden vastgesteld. Aan de hand van deze veiligheidsklasse wordt uiteindelijk bepaald welke maatregelen nodig zijn om werkzaamheden veilig uit te voeren.
Overige risico’s
Naast de top 3 risico’s zijn er natuurlijk nog veel meer risico’s aanwezig. Denk hierbij aan blootstelling aan schadelijk geluid, val- en struikelgevaar, blootstelling aan andere gevaarlijke stoffen zoals kwartsstof of asbest, gegrepen worden door ronddraaiende delen, stoot- en knelgevaar, etc.
Al met al moet er veel gebeuren wil het project tot een gezond en veilig einde komen. Niet alleen de risico’s voor eigen medewerkers, onderaannemers, zzp-ers en uitzendkrachten moeten beheerst worden, maar óók de risico’s voor derden, zoals automobilisten, omwonenden, bezoekers, voetgangers en fietsers.